Programma Onderwijs

Onderwijs is de motor van onze samenleving. Het ontplooit ons als mens en geeft onze identiteit vorm. Scholen zijn cruciale spelers in de lokale gemeenschap. Ze zijn zoveel meer dan onderwijs. De school is het kloppende hart van de buurt. Bewoners van alle leeftijden ontmoeten er elkaar. Jong en oud ontplooien er hun talenten. De school is een belangrijke hefboom tegen armoede en ongelijkheid. Daarom gaat Groen voor een gezonde en ondersteunende leeromgeving voor zowel kinderen als volwassenen.

Brede scholen die buurten verbinden

Scholen zijn niet alleen onderwijsinstellingen, maar ook buurtverbinders. Een school mag geen afgesloten eiland zijn. Ze maakt best zoveel mogelijk verbinding met verenigingen, buurtinitiatieven én met het lokale beleid. Samenwerkingen rond vrije tijd, natuur, klimaat, mobiliteit, ruimtelijke ordening… zijn bijzonder waardevol. Daarnaast hebben scholen een belangrijke signaalfunctie wat betreft armoede en sociale uitsluiting.

  • Met Groen willen we actief werken aan een beleid rond brede scholen en willen we een brede school coördinator aanstellen.
  • Maximaal inzetten op het delen van ruimte: Lokalen kunnen na school ingezet worden voor huiswerkbegeleiding. De sporthal kan gedeeld worden met lokale turn -of dansclub. De speelplaats kan opengesteld worden als ontmoetingsplaats voor de buurt…
  • Het lokale bestuur kan ook inzetten op Brede Scholen door transversaal te werken. Het verbinden van verschillende beleidsdomeinen (cultuur, sport, mobiliteit...) met onderwijs zorgt voor verrijking.

Onderwijs als motor voor gelijke kansen

Scholen zijn sterke spelers in lokale gemeenschappen. Het lokale bestuur kan het beheer in handen hebben, maar kan ook zijn regierol versterken. Goed onderwijsbeleid versterkt kansen en gaat de strijd aan tegen ongelijkheid. We gaan voluit voor warm en eerlijk onderwijs, waar alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond, de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot kritische, mondige volwassenen. Op school moeten leerlingen, ouders en personeel zich goed voelen. Ze worden ondersteund om samen te werken aan de toekomst. Hoe kunnen lokale besturen hieraan bijdragen?

  • We werken op twee sporen om de kansen van kinderen en jongeren te verhogen en ongelijkheid te verminderen: We versterken de instroom van kleuters in het onderwijs (kleuterparticipatie) en roepen de uitstroom van jongeren een halt toe (schooluitval). Daarin betrekken we lokale partners. Zogenaamde Time-out projecten in samenwerking met partners zijn erg waardevol. We voorzien voldoende middelen om schoolmoeheid en schooluitval tegen te gaan.
  • Overgangsmomenten zijn momenten waarop ongelijkheid versterkt wordt: overgang van kinderopvang naar kleuterschool, van kleuter naar lager en van lager naar secundair. We moeten dus extra aandacht besteden aan deze scharniermomenten door te werken met flankerende projecten. Ook van de lagere school naar de secundaire school zijn overgangsmomenten erg nuttig.
  • De wijzigingen in het inschrijvingsdecreet beperken de slagkracht van lokale besturen om te werken aan gelijke onderwijskansen en een eerlijke sociale mix. Binnen de mogelijkheden willen we actief inzetten op gelijke kansen door het capaciteitsbeleid. Ouders laten we kennismaken met de scholen in de buurt door projecten als 'School in Zicht'.
  • We vertrekken van een positieve visie op meertaligheid. Nederlands is belangrijk als contacttaal, maar dat sluiten de meerwaarde van het leren en spreken van andere talen niet uit. Meertaligheid bevordert net de taalvaardigheid van leerlingen. Deze visie op meertaligheid integreren we in de scholen, of we maken de scholengemeenschappen in onze gemeente hiervoor warm.
  • We zorgen voor een warm onthaal voor nieuwkomers door in te zetten op sterke verbindingen tussen de school en de gemeente. We maken OKAN klassen bekend met het vrijetijdsaanbod van de gemeente. De jeugddienst kan taalstimulerende activiteiten aanbieden. Onze jeugdhuizen kunnen met specifieke activiteiten deze doelgroep bereiken. Taalonderwijs bij volwassenen ondersteunen we door het organiseren van praattafels of taalpunten in de bibliotheek. Het aanleren van Nederlands doen we op een ongedwongen en speelse manier, weg van een dwingende of bestraffende methode.
  • Nederlands is belangrijk, algemene geletterdheid is nóg belangrijker. We ondersteunen ouders en volwassenen en bieden hen taalkansen in samenwerking met partners en organisaties.
  • We betrekken leerlingen met een beperking of specifieke leernoden bij projecten zoals bij de inrichting van het speeltuintje in de buurt van hun school. In dialoog gaan met Ouders/ouderverenigingen over de veiligheid en mobiliteit in de buurt van de school zetten we bovenaan de agenda.

Gezonde en veilige schoolomgeving

Een gezonde leeromgeving verdient hoog op de agenda te staan. Zowel voor de fysieke als mentale gezondheid van onze kinderen en jongeren zijn scholen mee verantwoordelijk. Voor ieder kind een gezonde maaltijd, speelplezier in de natuur en een veilige route van de school naar huis en omgekeerd. Dat alles binnen een inclusief schoolklimaat waar pesten en grensoverschrijdend gedrag worden aangepakt zodat elk kind zich goed kan voelen op school.

  • We kiezen voor lekkere, gezonde en duurzame schoolmaaltijden. Voor die gezonde maaltijden betalen ouders een bijdrage naargelang hun inkomen. Vegetarische maaltijden op school laten kinderen kennismaken met nieuwe smaken en verkleinen de milieu-impact. In samenwerking met externe partners kunnen we projectmatig werken rond betaalbare, gezonde voeding.
  • We besteden aandacht aan menstruatie armoede op school. Zo willen we scholen ondersteunen in het plaatsen van automaten. Door samen te werken en tips uit te wisselen tussen scholen voor laagdrempelige acties, maken we hier echt werk van.
  • Sensibiliseren rond duurzaamheid, bijvoorbeeld door scholen te stimuleren herbruikbare bekers te gebruiken op schoolevenementen. We vragen met de scholen een MOS plan aan en om zo duurzame, straffe scholen te maken.
  • We streven naar een GRAS (Groene en Avontuurlijke Speelplaatsen) op elke school. Een GRAS daagt kinderen uit om te bewegen. Natuurelementen verhogen speelkansen. Pestgedrag daalt wanneer kinderen in een meer ontspannen sfeer spelen. Ook buiten de lesuren is een GRAS een natuurlijke leeromgeving voor kinderen. Door speelplaatsen open te stellen voor de buurt werk je tegelijkertijd aan een Brede School.
  • Omgevingsonderwijs biedt voordelen voor leerling, leerkracht en school. Het kan onder andere in de vorm van openluchtonderwijs. Leren over de natuur kan best te midden van de natuur.
  • We maken een schoolroutekaart om veilig met de fiets of te voet naar school gaan te stimuleren.
  • We ondersteunen scholen in het herstelgericht werken. De focus ligt op het herstel van beschadigde relaties door conflicten of normovertredend gedrag. Experimenteren met alternatieven voor traditioneel straffen komt zowel leerling, ouder als school ten goede. Het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) kan hierin optreden als partner. Maak samen met de scholen ook werk van een sterk beleid tegen pesten en grensoverschrijdend gedrag.
  • We willen een centraal meldpunt in de gemeente waar scholen terecht kunnen om leerlingen met een attitude- of spijbelproblematiek aan te melden. Daarin is ook een netoverschrijdende samenwerking tussen de CLB's, de scholen en de verschillende (jeugd-)welzijnspartners essentieel.

Scholen beheerd door lokale besturen

Gemeentelijk onderwijs inrichten is niet goedkoop. Toch biedt het veel voordelen. De gemeente heeft een grotere impact op infrastructurele keuzes en kan eigen accenten leggen in lijn met zeer concrete lokale noden. Het is belangrijk dat onze gemeente blijft investeren in onderwijs door zowel in te zetten op eigen gemeentelijk onderwijs, als op een verbeterende samenwerking tussen de verschillende netten op hun grondgebied.

  • Bij de (uit)bouw van scholen kiezen we voor multifunctionele infrastructuur waarbij het concept van de Brede School de leidraad is.
  • Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentescholen zetten we volop in op duurzame, energiezuinige, kwaliteitsvolle en gebruiksvriendelijke architectuur. We maken van de school een partner om de klimaatcrisis tegen te gaan en helpen hen met subsidies en begeleiding om bestaande scholen energieneutraal te renoveren.
  • De strijd tegen het lerarentekort is een belangrijke Vlaamse doelstelling. Toch kunnen we als lokaal bestuur mee deze doelstelling helpen realiseren. Groene besturen elders tonen aan hoe dat nu al gedaan wordt: Het onderwijscentrum Brussel zet in op aanvangsbegeleiding voor startende leerkrachten. Ook in Gent pakt men het probleem aan met lokale oplossingen. Niet alleen voor starters, maar ook voor zij-instromers. We willen daarnaast experimenteren met vormen van co-teaching.

Flankerend onderwijsbeleid

Het Vlaamse onderwijsveld heeft zijn eigen koepels, netten, leerplannen en organisatiestructuur. Lokaal onderwijsbeleid gaat ook over de vele scholen van andere netten die aanwezig zijn in de gemeente. Hierboven gaven we al enkele belangrijke inzichten en actiepunten mee. Je kan werken aan gezonde, brede en inclusieve scholen. Andere mogelijke acties:

  • We richten Onderwijscentra op. Dit zijn kennis- en ervaringscentra waar expertise over de onderwijsnetten heen gedeeld wordt. Dit bestaat al in enkele stedelijke contexten, dus om het ook voor ons dorp mogelijk te maken, gaan we hierover in dialoog met buurgemeentes, en nemen we als lokale overheid de rol van regisseur en verbinder in handen. 
  • We organiseren structureel overleg tussen de verschillende netten om het concurrentieklimaat te breken en samenwerking te stimuleren. Dit overleg kan een aanvulling zijn op de LOP's (Lokaal Overleg Platform). Dit overleg is ook belangrijk om capaciteitsnoden in kaart te brengen.
  • Een brugfigurenwerking kan uitgerold worden. Brugfiguren vangen signalen op vanuit de scholen rond armoede, ongelijkheid, drempels… en geven deze door aan de lokale besturen en het bredere middenveld (bijvoorbeeld armoedeorganisaties). Ze zijn spilfiguren in partnerschappen tussen scholen, ouders en de buurt.
  • Of investeer in breder onderwijsopbouwwerk. Anders dan brugfiguren, die vaak één-op-één werken met ouders, wegen onderwijsopbouwwerkers ook beleidsmatig en inhoudelijk op het schoolbeleid. Ze helpen met outreachend werk scholen om een verbindend schoolklimaat te realiseren. We willen dus onderzoeken wat het meest haalbaar is in onze gemeente.
  • Groen wil op Vlaams niveau niet alleen een maximumfactuur in het lager onderwijs, maar ook in het secundair en het hoger onderwijs. In afwachting daarvan kunnen we als lokaal bestuur onze netwerk -en regiefunctie inzetten om scholen bewust te maken van het probleem.
  • We willen (studenten)job- en stagebeurzen organiseren voor studenten/schoolverlaters. Zo slaan we de brug tussen school en werk. Projecten die leerlingen kennis laten maken met lokale bedrijven of een sterke inbedding van duaal leren binnen de gemeente vooropstellen, kunnen hiertoe bijdragen.
  • In coronatijden maakten de zomerscholen hun opmars. Vlaanderen zette hier sterk op in om leerachterstand bij kinderen en jongeren weg te werken. Leerachterstand wordt best tijdens de onderwijstijd aangepakt. Een kwaliteitsvol aanbod met voldoende plaatsen blijft de doelstelling.
  • Volwassenonderwijs moet uitbreiden én meer op maat gericht zijn. Naast een goede doorstroming naar de arbeidsmarkt is zelfontplooiing een even belangrijke doelstelling.
  • Voorzien van financiële stimuli voor scholen die extra inzetten op kwetsbare leerlingen. Dit kan door middel van subsidies of een ander ondersteuningsaanbod. Samen gaan we voor armoedebewust onderwijs.